Immunotherapie
Om een allergie voor pollen (berk, boom of gras), huisstofmijt of dieren te verminderen, kom je mogelijk in aanmerking voor immunotherapie. Dit wordt ook wel allergievaccinatie, hypesensibilisatie of desensibiliseren genoemd.
Wat is immunotherapie?
Immunotherapie bestaat uit het toedienen van allergenen in steeds hogere concentraties. Het doel hiervan is om je minder allergisch te maken. Hierbij neemt de allergie na immunotherapie met 50 tot 80 procent af.
Immunotherapie wordt vooral gegeven aan mensen die lijden aan pollenallergie (hooikoorts) en aan mensen met wespengif- en bijengif allergie. Ook mensen met een huisstofmijt allergie of allergie voor dieren kunnen immunotherapie krijgen, maar het resultaat is daarbij meestal minder.
Niet iedereen met een allergie komt voor immunotherapie in aanmerking. Je moet hiervoor aan bepaalde criteria voldoen. De belangrijkste zijn:
- De symptomen beïnvloeden het functioneren in je dagelijks leven zodanig dat problemen ontstaan in de werksfeer en/of bij schoolprestaties, of in sociale en huiselijke sfeer.
- De preventieve en symptomatische behandeling (medicijnen) hebben onvoldoende resultaat opgeleverd.
- Het is niet mogelijk contact met het verdachte allergeen nog meer te verminderen.
- Je moet de wens te kennen geven voor immunotherapie in aanmerking te willen komen en gemotiveerd zijn deze intensieve behandeling geheel te volgen.
- Voor de arts tot immunotherapie overgaat, moet je goed geïnformeerd zijn over jouw aandoening en over de behandelwijze. Het is belangrijk dat je op de hoogte bent van de bijwerkingen, de intensiteit (frequentie van de injecties), de duur van de behandeling en het te verwachten resultaat.
Verloop immunotherapie
De beginfase van de immunotherapie vind in het ziekenhuis plaats. Op de eerste dag krijgt je vijf kleine onderhuidse prikjes met een oplopende concentratie. Dit doet geen pijn. Tussen elke injectie zit een half uur. Dit is nodig om te zien hoe jouw lichaam reageert op de ingespoten stof. Op de prikplaats ontstaat soms een muggenbeet-achtige reactie. Een heel enkele keer ontstaat een echte allergische reactie. Daarom moet je in het begin in het ziekenhuis worden behandeld.
Na de eerste dag komt je zeven weken achter elkaar één keer per week terug voor 1 injectie waarbij steeds een beetje meer allergeen wordt toegediend. Na zeven weken hebt je de onderhoudsdosering bereikt. Vervolgens kom je één keer per maand langs voor een injectie. Deze injecties blijft je herhalen tot en met het eerste pollenseizoen. Als alles goed gaat en je het eerste pollenseizoen geen klachten hebt gehad, kan jouw huisarts de behandeling overnemen.
Na de behandeling
Na de injecties moet je altijd een half uur in de polikliniek blijven, zodat een arts in de buurt is als jouw lichaam een heftige reactie heeft op de injecties. Meestal ontstaat er zwelling en jeuk op de plek waar de injectie gegeven is. Soms treedt de zwelling pas na 5 – 6 uur op. Een coldpack (ijspakking) of nat verband helpt tegen de zwelling. Ook kun je nogmaals een antihistaminicum innemen. Je kunt ook last krijgen van vermoeidheid.
Wat zijn de risico’s van immunotherapie bij hooikoorts?
Tijdens het geven van de injecties kun je de allergieklachten krijgen die je normaal in het allergieseizoen heeft. Deze klachten kun je onderdrukken met dezelfde medicijnen die je ook in het allergieseizoen gebruikt. Wanneer je deze niet hebt, kun je de KNO- arts om een recept vragen. Deze medicijnen worden niet standaard vergoed door de zorgverzekeraar. Informeer hiervoor bij de zorgverzekeraar.
Bijwerkingen komen niet vaak voor. Soms treden er plaatselijke reacties of algemene reacties op. De plaatselijke reacties bestaan uit zwelling, roodheid, jeuk en/of gevoeligheid rondom de injectieplaats. Deze zwelling (bult) mag niet groter zijn dan acht cm. Wanneer dit zo is, neem je contact op met de polikliniek. In zeldzame gevallen kunnen onderhuidse zwellingen ontstaan op de plek van de injectie. Deze verdwijnen gewoonlijk binnen twee tot zes weken.